Vanaf 2028 worden producenten van bouwmaterialen en bouwproducten verplicht om een Digitaal Product Paspoort (DPP) te overhandigen aan klanten, eigenaren, gebruikers, onderhoudsbedrijven, recyclingbedrijven, verzekeraars en de overheid zelf. Deze verplichting is onderdeel van de nieuwe CPR (Construction Products Regulation) en de ESPR (Ecodesign for Sustainable Products Regulation). Het paspoort omvat onder meer een DoPC (Declaration of Performance and Conformity), een AVCP (Assessment and Verification of Constancy of Performance) en een LCA (Lifecycle Assessment) van de milieu-impact, waaronder de product-gerelateerde CO2 emissies.
Tot de onderdelen van het paspoort behoren de herkomst, de chemische samenstelling van materialen, montage en demontage handleidingen, en instructies voor gebruik en hergebruik. Bij de prestaties van gevels denken wij onder meer aan thermische isolatie, luchtdichtheid, wind- en regendoorslag, constructieve eigenschappen, inbraakbestendigheid en brandveiligheid. De data worden toegankelijk doordat elk product voorzien wordt van een identificatiemiddel (QR code of RFID chip).
Producenten van basismaterialen zoals metaal, beton, cement en isolatiematerialen worden als eersten verplicht worden om DPP’s te overhandigen. Maar ook leveranciers van samengestelde producten zoals isolatiekits, ramen en deuren komen spoedig aan de beurt.
Hoewel prestatie-eisen gesteld worden aan bouwmaterialen en bouwproducten, is dat nog niet voor gebouwen als geheel. Dat komt doordat gebouwen als vastgoedproducten niet tussen landen onderling verhandelbaar zijn en dus niet onder de CE markering vallen. Elk land heeft voor bouwwerken zijn eigen regelgeving. Maar er lijkt niet aan te ontkomen dat dezelfde prestatie-eisen straks ook gaan gelden voor bouwwerken als geheel. Gebouwen en bouwproducten worden uiteindelijk onderdeel van een geïntegreerd kwaliteitsborgingssysteem dat verder gaat dan de huidige Wkb.
De Digitale Product Paspoorten worden geleverd in de vorm van data: getallen die geschikt zijn voor verwerking door computerapplicaties. Het gaat dus niet slechts om leesbare documenten, zoals pdf-jes. De data worden geleverd en toegankelijk gemaakt via API’s (Application Programming Interfaces). Dit heeft belangrijke gevolgen voor producenten van bouwmaterialen en -producten, want velen beschikken zelf nog niet over computerapplicaties die de betreffende data kunnen verwerken.
Binnen het Nationaal Groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving, consortium Gebouwen wordt een Kringloop Integratie Platform (KIP) ontwikkeld dat de betreffende data als cloud-service kan beheren en leveren. Niet alleen voor bouwmaterialen en -componenten, maar ook voor samengestelde producten, en uiteindelijk voor gebouwen als geheel. Het platform maakt de technologie betaalbaar en bereikbaar, ook voor kleinere ondernemingen. Zij kunnen hiermee voldoen aan de standaarden die nu op Europees niveau ontwikkeld worden door CEN/CENELEC JTC24 (Digital Product Passports) en CEN TC442 (Building Information Modelling). De toegankelijkheid van data wordt geregeld door de JTC24 standaarden, die goed aansluiten op het in Nederland al ontwikkelde DSGO (Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving).
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Tom Niels (projectleider Digitalisering, consortium ECO systemen) en Wim Gielingh (manager WP4 Digitalisering van Industriële Ketens, consortium Gebouwen).
