Ecosysteem

Circulair bouwen met lokale reststromen: SAM Panels maakt het mogelijk

Directeur en eigenaar John Smits kwam in het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen (ATB), onderdeel van het Ecosysteem consortium, terecht en vond niet alleen een welkome kritische blik op zijn propositie, maar ook een ingang naar een groot netwerk in de biobased en circulaire economie.

Wie vraagt naar de ambities van John Smits, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat hij de wereld wil veranderen. Groeien, groeien, groeien, zodat er in de bouw – en dus in de wereld – steeds minder troep in materialen wordt gebruikt en steeds meer reststromen niet langer tot afval worden geschaard. 

Platen van poep

Bij SAM Panels in Venlo maken ze plaatmateriaal. Dat doen ze met enkel cellulosevezels, water, druk en warmte. De afkorting SAM staat voor Sustainable Advanced Materials. ‘We gebruiken geen binders, zoals lijm of harsen. Daardoor zijn onze panelen een honderd procent biobased en circulair product’, vertelt Smits. Sterker dan traditioneel plaatmateriaal, maar dan zonder gif en volledig duurzaam, dus goed voor de planeet.

Cellulose is een natuurlijke polymeer dat gewonnen wordt uit hout, vezelgewassen zoals hennep, vlas en katoen en zelfs koeienpoep. De cellulosevezels die SAM Panels gebruikt om hun platen te maken, halen ze het liefst uit de buurt. ‘We verzamelen lokale reststromen die zo laagwaardig zijn dat ze doorgaans worden vergist, gecomposteerd of zelfs verbrand. Daarmee verminderen we de CO2-uitstoot verder.’

De platen van koeienpoep worden in de fabriek in Venlo ontwikkeld en geproduceerd. ‘Sinds het bedrijf in 2014 in Venlo terecht kwam, zijn er meer dan honderdvijftig reststromen geanalyseerd om te onderzoeken of er hoogwaardige panelen van te maken zijn’, vertelt Smits.

Van de VS naar Venlo

Je vraagt je vast af hoe zo’n onderneming in het Limburgse Venlo terechtkomt. De gemeente staat bij het grote publiek niet te boek als de circulaire hotspot van Nederland. Maar schijn bedriegt. Al in 2013 ontving het op een evenement in New York een koplopersaward op het gebied van cradle to cradle. Sindsdien ontwikkelde het zich tot expertregio. En laat de gemeente nou net op dat evenement het Amerikaanse ECOR treffen, de eigenaar van de platformtechnologie waarmee het huidige SAM Panels hun platen maakt. Smits: ‘Één en één was drie!’ De R&D-afdeling vestigde zich in Nederland en werd later aangevuld met een productiefabriek.

Een plek en een product die door een gemeenschappelijke ambitie met elkaar verbonden raakten troffen in 2019 een kandidaat financieel directeur die zich per toeval net had verdiept in de materie: John Smits. ‘Ik werd door mijn vrouw naar de bouwmarkt gestuurd voor de kinderkamer, op zoek naar gezonde verf. Daar viel het me op dat er zoveel rotzooi in producten zit. En daar leef je dan dagelijks in. Dat was een eyeopener. Toen ben ik erin gestapt.’

In 2020 werd hij algemeen directeur en drie jaar later eigenaar van het huidige SAM Panels. Zonder ondernemerservaring, al had hij in zijn carrière genoeg bedrijven van binnen gezien. ‘Van huis uit ben ik registeraccountant’, vertelt hij. Veel belangrijker voor succes: ‘Ik heb een passie en ik wil laten zien dat het wél kan. Doorzetten is de enige optie.’

Nuchtere blik

Dat doorzettingsvermogen en z’n intrinsieke motivatie om de wereld te verbeteren brachten de reis van Smits en SAM Panels dus naar het Noorden, een mogelijk volgende halte. De Limburger heeft een nuchtere kijk op de wereld van biobased en circulair, een karaktereigenschap die de Noorderling zichzelf ook graag toedicht.

‘We kiezen er bijvoorbeeld voor om geen B-Corp te worden (een duurzaamheidskeurmerk, red.). Wij laten graag zien wat we doen, zonder de behoorlijk zware regeldruk die zulke keurmerken met zich meebrengt.’

Het ‘laten zien’ zit ook in de teruglevergarantie die het bedrijf aanbiedt, legt Smits uit. ‘In onze algemene voorwaarden staat die opgenomen en dat doen we ook echt. We kunnen onze panelen namelijk volledig hergebruiken. Niet eenmalig, maar oneindig. Dat vind ik persoonlijk sterker dan een certificaat, dat regelgedrevene.’

Een goed verhaal

Die nuchtere blik leerde Smits en zijn medewerkers ook om open te staan voor omdenken. Want: ‘Een plaat is niet sexy.’ De markt is er, maar de afzet moet groeien. En dat kan in de huidige fabriek in Venlo. Van de anderhalf miljoen vierkante meter capaciteit produceert SAM Panels er nu ongeveer driehonderdduizend. ‘Het probleem is dat onze verkoopprijs te hoog is. Een plaat mag niks kosten, zelfs niet als duidelijk is wat de gezondheidsrisico’s van huidige materialen zijn.’

Dus verkoopt SAM Panels op dit moment – naast een goed verhaal – vooral producten in plaats van halffabrikaten, aldus de directeur. ‘We verkopen geen plaat, maar een totaalpakket. Een bureau, bijvoorbeeld. We zorgen dan voor een laag over onze plaat en zetten er poten onder. Dan is het niet langer laagwaardig plaatmateriaal, maar een bureau dat voldoet aan alle ISO-certificaten.’ Daarmee hoopt het bedrijf de productiecapaciteit te kunnen opschalen en de prijs omlaag te brengen. ‘Zoals bij veel duurzame oplossingen is het bij ons ook het kip-ei-verhaal.’

Uitbreiding

En dan, als flink opgeschaald wordt, volgt misschien wel die uitbreiding in het Noorden. ‘Dat is voor ons de meest logische stap’, vertelt Smits. ‘Er is een divers aanbod van grondstoffen in het Noorden. Hennep, bijvoorbeeld. Die sector is in Noord-Nederland goed op orde.’ Daarnaast zijn er volgens de ondernemer veel reststromen die nog goed benut kunnen worden.

Bijvangst: via het netwerk van het ATB kwam SAM Panels in contact met verschillende waardevolle partijen. Zo loopt er een pilot met een modulaire bouwer uit het Noorden. ‘Bijzonder is ook dat er een heel hecht groot circulair netwerk van ondernemers is, vooral in Friesland. Zo ontwikkelden we samen met Van Vuuren Deuren uit Grou een deur. Dat soort netwerken spreken ons dus enorm aan.’

De Limburger zocht gelijkgestemden en vond deze in het Noorden. ‘Je wil laten zien dat iets op een andere manier kan, met een product dat wel gezond is, gemaakt met lokale grondstoffen, samen met lokale partners, omdat het daar met de wereld naar toe moet. Die drive om te blijven doen én om het samen te doen, die is er in het Noorden.’

Meer informatie over het acceleratieprogramma

Het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen wil startups en scale-ups in de bouw- en infrasector praktisch ondersteunen bij het opzetten en uitrollen van innovaties. Om dit zo concreet mogelijk te maken voor de deelnemers, zijn er twee acceleratieprogramma’s, voor verschillende fases gerealiseerd:

• Fase 1: Get ready to market
• Fase 2: Get ready to scale

De focus van het programma ligt op innovaties op het gebied van biobased en/of circulair bouwen of datagedreven beheer en onderhoud van infrastructuur.

Meer nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ieder begin van de maand het laatste nieuws in je mailbox.