Veel historische binnensteden danken hun karakter aan unieke grachten, bruggen en kades. Goed en duurzaam onderhoud is daarom essentieel voor de aantrekkingskracht en waterinfrastructuur in onze steden. Om tot toekomstbestendige oplossingen te komen die breed toepasbaar zijn, bundelen de City Deal Tijdloze Grachten en de Living Lab Leeromgeving hun krachten. “We willen niet alleen experimenteren, maar zorgen dat innovaties echt landen in beleid, standaarden en de praktijk.”
Achter de schoonheid van de grachten, bruggen en kades in onze binnensteden schuilt een kwetsbare werkelijkheid. Recente incidenten laten zien hoe urgent goed onderhoud is voor de veiligheid en leefbaarheid van onze binnensteden. In de City Deal Tijdloze Grachten bundelen koplopers hun kennis ervaring op dit gebied. “Samen willen we bouwen aan een nieuwe standaard voor het onderhoud voor onze grachten, waar ook andere steden iets aan hebben”, vertelt Sander Steeneken (DHM), trekker van de werklijn ‘Ontsluiten en opschalen van kennis’ binnen de City Deal. “Alleen door echt samen te werken en van elkaar te leren kunnen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties duurzame oplossingen bedenken en uitvoeren.”
Gedeelde ambitie en schaalbare oplossingen
De samenwerking tussen de City Deal en de Living Lab Leeromgeving is dan ook meer dan toevallig: het is het resultaat van een gevoel van urgentie en een gedeelde ambitie. Menno van Dijk is projectmanager bij AMS Institute (partner in deze City Deal) en samen met het Nationaal Groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving ontwikkelen zij de leeromgeving. “We noemen dit het Leerlab Infra en hier ondersteunen we professionals die met een Living Lab-aanpak innovatie in de infrastructuur willen versnellen. Het Leerlab draait om samenwerken aan experimenten en samen ontdekken wat daarin werkt. En belangrijker nog, waarom het werkt. Zo ontstaat een cultuur waarin fouten maken mag, leren centraal staat en oplossingen breed gedragen worden”, besluit Van Dijk. “Wat jullie in het Leerlab en met de Living Lab-aanpak doen, sluit naadloos aan bij wat wij nodig hebben om écht te kunnen opschalen”, vult Steeneken aan.
Een belangrijk vraagstuk is bijvoorbeeld hoe je voorkomt dat waardevolle experimenten op lokaal niveau blijven hangen. “Lokale initiatieven ontstaan wel, maar de inzichten verdwijnen weer uit beeld”, ziet Van Dijk. “Wat ontbreekt is de vertaalslag naar een standaard of handreiking die de sector breed verder helpt.” Steeneken herkent dit. “Experimenteren is relatief makkelijk: het is zichtbaar, nieuw, spannend. Maar het is veel moeilijker om de lessen uit die pilots vast te leggen in werkprocessen, normen of opleidingen. Dat is gewoon hard werken.”
Een leerstructuur voor opschalen
Om de werklijntrekkers binnen de City Deal op te leiden in de Living Lab werkwijze krijgen zij driedelige training. “De opbouw is stapsgewijs”, legt Van Dijk uit. “Van basiskennis over wat een Living Lab is, via het verzamelen en analyseren van opbrengsten, naar het concretiseren van de uitkomsten in standaarden of beleidsinstrumenten. Hierna hebben de trekkers de vaardigheden en tools om dit zelf te kunnen.” Steeneken krijgt extra training, zodat hij ook in de praktijk als aanjager en interne coach kan fungeren. “Op deze manier kunnen we veel sterker evalueren en overkoepeld leren van onze partners”, denkt Steeneken. “En uiteindelijk willen we dat die lessen terugkomen in bijvoorbeeld opleidingen, handboeken, standaarden of landelijke richtlijnen voor onderhoud van grachten.”
“Het Leerlab Infra biedt meer dan alleen opleiding en coaching”, benadrukt Van Dijk. “We willen een netwerk zijn waar professionals die in Living Labs werken elkaar vinden en van elkaar leren over innovaties en samen experimenteren. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld al in Amsterdam op het kennisplatform Bruggen & Kademuren en in projecten als De Nieuwe Straat. Maar we willen niet dat het bij de Amsterdamse context blijft. We willen dit juist ook zichtbaar en toegankelijk maken voor andere gemeenten.” En ook daar vinden de City Deal en het Leerlab elkaar. “In de City Deal zijn al 15 gemeenten betrokken, waarvan 7 als partner”, vertelt Steeneken. “Daarom organiseren we in het najaar een City Deal-dag met het Leerlab als thema. Zo kunnen ook de andere zeven aangesloten gemeenten en acht klankbordgemeenten kennismaken met deze aanpak. We willen laten zien dat verandering tijd en ruimte vraagt. En hoe deze manier van werken kan leiden tot duurzame en gedragen oplossingen.”
Naar een nieuwe standaard
Steeneken en Van Dijk willen met hun initiatieven bijdragen aan structurele veranderingen in de sector. “Ik wil over vier jaar niet zeggen: we hebben mooie experimenten gedaan. Ik wil zeggen: we hebben dingen blijvend veranderd”, aldus Steeneken. Die verandering kan volgens hem verschillende vormen aannemen: een handboek, een richtlijn, een lesprogramma of zelfs een hele nieuwe norm. “Het gaat erom dat de diverse partners die betrokken zijn bij het onderhoud van grachten weten hoe ze dit op een duurzame en toekomstbestendige manier kunnen doen. In de City Deal werken we toe naar een structurele samenwerking, die ook na de looptijd blijft bestaan. Experimenteren is aantrekkelijk – het laat zich goed communiceren en levert vaak mooie resultaten op,” vertelt Steeneken. “Maar opschalen en verankeren in beleid of standaarden is lastiger en vraagt tijd, ruimte en doorzettingsvermogen.” De samenwerking met het Leerlab Infra moet die beweging versnellen. Van Dijk: “We willen professionals helpen om niet alleen iets nieuws te doen, maar vooral om te snappen hoe je dat nieuwe structureel en duurzaam een plek geeft in je organisatie en manier van werken. Dáár zit de impact.”
Voorbeelden van Living Labs
In proeftuinen testen overheden, kennisinstellingen, aannemers en projectontwikkelaars innovatieve oplossingen in de echte leefomgeving. Maar Living Labs zijn meer dan lokale experimenten: ze vormen een innovatief ecosysteem waarin lokale betrokkenen samen werken aan duurzame verandering in de infrastructuursector. Dit leidt niet alleen tot toepasbare oplossingen, maar draagt ook bij aan een duurzame cultuur van samen problemen oplossen. In Living Labs leer je dus door samen te experimenteren, falen en verbeteren: daardoor wordt de hele sector innovatiever en leuker om in te werken.
In Living Labs worden bijvoorbeeld methoden getest om de levensduur van kademuren te voorspellen en verlengen via data-analyse en proefbelastingen. Zo is buoycrete als oplossing getest op een stuk kade in de stad. Een ander voorbeeld vinden we in het project multifunctionele kademuren. Daarin wordt het renovatie en toekomstbestendig vervangen van kademuren gekoppeld aan bredere stedelijke transities en thema’s.
