Ecosysteem

Vijf vragen over het project ‘Trust in Timber’

In deze rubriek vragen we betrokkenen bij projecten, producten en programma’s binnen Toekomstbestendige Leefomgeving waar ze mee bezig zijn, welke uitdagingen ze tegenkomen en wat ze nodig hebben voor opschaling. Deze keer: PhD onderzoeker ir. Rozemarijn Veenstra, werkzaam bij de Hanze Hogeschool Kenniscentrum NoorderRuimte en de Rijksuniversiteit Groningen, over het hoe en waarom van het project Trust in Timber, onderdeel van het project Human Capital Gebouwen – Hub Noord project. “We zetten hierin voort waar we in Regionaal bouwen aan Human Capital mee waren begonnen. Samen met bedrijven onderzoeken we wat er nodig is om het vertrouwen in hout als constructief materiaal te vergroten.”

1. Wat is het project Human Capital Gebouwen – Hub Noord?
In het project Human Capital Gebouwen binnen het Nationaal Groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt vanuit vijf regionale ecosystemen in Noord, Zuid, Oost, West en Midden Nederland een schaalbare regionale human capital aanpak ontwikkeld. Deze ecosysteemaanpak heeft als doel om innovatie adoptie en skills ontwikkeling in de ontwerp, bouw en techniek sector te versnellen. In alle regionale ecosystemen werken partijen uit de werelden van werken, leren en innoveren nauw samen, met een gedeelde aanpak als startpunt (Sharebouw&Techniek). In hub Noord werken onder andere de Hanzehogeschool, het Alfa-college, bedrijven en Vereniging Circulair Friesland samen. Inhoudelijk ligt de focus in hub Noord op circulair en biobased bouwen. Zowel in innovatietrajecten, de ontwikkeling van kennis en vaardigheden en verankering in het onderwijs en als het gaat om het versterken van het regionale ecosysteem. Trust in Timber is opgebouwd uit twee onderdelen: Timber floors en Timber facades. Ik ben projectleider van Timber floors en word daarbij ondersteund door collega-onderzoekers binnen het lectoraat.

2. Waarom is het Trust in Timber – Timber floors onderzoek opgezet?
Biobased bouwen omvat onder andere het gebruik van hout als bouwmateriaal. Om de impact van biobased bouwen te vergroten en de CO2-uitstoot in de bouwsector te verminderen, moet hout ook toegepast worden in grotere en hogere gebouwen. Uit gesprekken met diverse bedrijven blijkt dat het testen van houten vloeren een belangrijk knelpunt vormt bij het ontwerpen van dergelijke constructies. Houten vloeren zijn licht van gewicht en daardoor gevoelig voor trillingen, wat kan leiden tot comfortproblemen. Daarnaast bestaat er bij ingenieurs en opdrachtgevers nog weinig vertrouwen in de prestaties van grotere houten vloeren, omdat cruciale factoren nog onvoldoende zijn vastgelegd in de geldende normen. Dit gebrek aan vertrouwen vormt een belemmering voor de opschaling van houtbouw, wat heeft geleid tot de oprichting van het Timber floors onderzoek.

3. Wat houdt het onderzoek in?
Het onderzoek richt zich op het beter begrijpen van het dynamisch gedrag van diverse typen houten vloeren. Hiervoor worden onder andere tests uitgevoerd op stijfheid en trillingsgedrag. Daarnaast willen we zowel de markt als het onderwijs vertrouwd maken met de eigenschappen en prestaties van houten vloeren. Dit gebeurt onder meer door het organiseren van workshops, het uitvoeren van tests en het delen van kennis. Een belangrijk doel is het vergroten van het vertrouwen in hout als bouwmateriaal en het ondersteunen van ingenieurs en aannemers bij het ontwerp en de uitvoering van houten vloeren.

4. Wat is er uniek aan dit onderzoek?
Ten eerste zijn de ontwerpsuitgangspunten voor de vloertests, en daarmee de tests zelf, in samenwerking met het bedrijfsleven opgesteld. Hierdoor is de praktische relevantie groot en is er meteen draagvlak. Ten tweede is het Timber floors project, en vooral van de gehouden workshop, gepubliceerd in drie vakbladen: Het Houtblad (september 2024), het vakblad van de Vereniging van Houtconstructeurs (januari 2025) en ABT Magazine (winter 2024-2025). Daarnaast zullen de resultaten binnenkort gepubliceerd worden in een Q1 wetenschappelijk artikel. Een Q1 journal betekent dat het onderzoek van hoge kwaliteit is en waarschijnlijk een grote impact zal hebben op het vakgebied. Daar zijn we natuurlijk heel trots op.

Trust in Timber is bovendien een mooi voorbeeld van een visueel en ervaringsgericht onderzoek; studenten en professionals uit het bedrijfsleven kunnen de vloeren en hun verschillen namelijk zelf ervaren. Regelmatig bezoeken studenten en bedrijfsprofessionals BuildinG, waar de vloeren liggen, om dit hands-on te beleven.

5. Hoe ziet het vervolg eruit?
Het onderzoek richt zich op drie primaire vloersystemen: een open systeem (Posi-Tech), massieve vloeren (CLT) en rib panels (Kerto Ripa van De Groot Vroomshoop). In totaal hebben we zes vloeren getest: twee van elk type, waarvan één voorzien van een gipsachtige toplaag (van Bruil) en één zonder toplaag. Momenteel werken we aan vervolgonderzoek met een andere biobased toplaag.Het bijzondere aan dit project is dat alle ontwerpen vergelijkbare uitgangspunten hebben, waardoor ze goed met elkaar te vergelijken zijn — wel zonder afwerkingslagen of meubels. In een volgend project zullen we houten vloeren onderzoeken in bestaande gebouwen.

Meer informatie kun je vinden op de website van de Hanze

Foto: voorbereidingen voor het storten van de toplaag. Op de foto vlnr: Arthur Tromp (Posi-Tech), Rozemarijn Veenstra en Marcel Kok (Posi-Tech en Bouwbedrijf Kok)

Foto boven artikel: workshop voor bedrijfsprofessionals over het trillingsgedrag van verschillende houten vloeren – juni 2024


Meer nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ieder begin van de maand het laatste nieuws in je mailbox.